Hijken DTC 2 – Huissen 2: een ander perspectief

door Evert Dollekamp 

In een antiek verleden promoveerde het Drents Tiental (nu Hijken DTC, voorheen de Asser Dam Club) na jarenlange strijd en diverse promoties naar de Ereklasse. Al die promoties is het enige waarin wij Huissen naar wij dachten hebben overtroffen!

Dit even terzijde.

In ons allereerste jaar Ereklasse trokken wij als Drents Tiental met een enkel puntje uit vier wedstrijden naar de recordkampioen in eigen (Koel)huis.

Kansloos natuurlijk, totdat Theo Berends aan onze koffietafel wist te melden dat we bij wijzen van spreken voor niets uit Drenthe die kant op waren gekomen.

‘Jullie hebben geen schijn van kans. We hebben gisteravond nog getraind!’ Natuurlijk had ik de volgende one-liner op de schoen:
‘Wie door de week traint is ‘s Zondags moe!’

Grote vreugde in onze gelederen en vervolgens versloegen we het destijds (nog steeds!) praktisch onverslaanbare Huissen met 8–12.

Ook in komende jaren wisten we Huissen zo nu en dan te verrassen, waaronder ook een gelijkspel viel natuurlijk. Wij kenden onze plaats.

Het heeft even geduurd voordat Theo Berends vanwege deze actie uit zijn habitat naar DV Doetinchem werd verbannen. Gelukkig is alles weer goedgekomen en slaat hij in Huissen weer op diverse vertrouwde schouders. Gelukkig, ik gun het hem van harte.

De schouders zet hij nu vooral als teamleider onder Huissen 2. Zijn laatste verslag spreekt boekdelen. Een mooi verhaal dat getuigt van een groot historisch besef qua Hijken / Drents Tiental (hoewel het geen piramide is maar Pyramide, Theo!).

Ook omdat Jan van Loenen erin voorkomt. Jan speelt al (minstens) 50 jaar hetzelfde. Zoals Theo het vrij vertaald verwoordt: een typische Huissen speler. Oerdegelijk, nooit onverantwoord. Ideaal voor een team. Ook wij waren er destijds als Drents Tiental heel blij mee. Altijd remise en soms schrok je op als Jan eens had gewonnen.

Toch neemt Jan wel eens risico’s. Ik sprak hem jaren terug toen ik met Tilburg (dat ik daar terechtkwam leg ik bij gelegenheid nog wel een keer uit) naar Huissen 2 mocht. Ik vroeg Jan: ‘Hoe kom je hier nu in Huissen terecht?’ Kort gezegd: komkommerbedrijf in Drenthe verkocht en nu in vaste loondienst. ‘Wat doe je nu dan?’ ‘Komkommers kweken natuurlijk. Want dat is het enige wat ik kan!’

Inmiddels zijn het aardbeien geworden. Smaakt wat mij betreft een stuk beter in ieder geval. Overigens: toen ik Jan een hele tijd daarvoor in Hijken zag, mocht ik vaststellen dat hij van die natuurprodukten een hele dikke vette auto reed! Dan heb je het toch niet slecht gedaan dacht ik.

Theo Berends refereerde in zijn laatste stukje al even aan mijn onvolpreven meesterwerk ‘Wie door de week traint is ‘s Zondags moe’ (uitverkocht!). Daarin onder andere een aardig stukje wat verband hield met zijn (tijdelijke) overgang naar DV Doetinchem:

Kopman

Op de een of andere manier promoveren soms de meest onverwachte verenigingen naar de hoogste klasse van de vaderlandse damcompetitie. Doetinchem is er zo eentje. Afgelopen seizoen kampioen met een aangenaam oorspronkelijke selectie. Die authentieke bezetting met voornamelijk spelers uit de regio geeft een extra dimensie aan een team. De elfde man is geboren als het ware. Toch is ook Doetinchem actief op de transfermarkt. Maar dat gebeurt op zo’n manier dat niemand daar boos om kan worden. Integendeel. Het getuigt van groot inzicht een speler als Theo Berends te contracteren. De in Huissen in ongenade gevallen speler bloeit in Doetinchem helemaal op. Bij Huissen immer in de marge opererend op de rand van remise en verlies, floreert hij in Doetinchem als nooit tevoren. Gelijk de eerste wedstrijd een vette grootmeester aan de haak. Wat zo leuk is aan de berichtgeving is dat Theo na zijn onopvallende bestaan bij Huissen plotseling de te kloppen man is geworden. En je ziet ook dat Theo ervan geniet. Zo zelfverzekerd als hij achter het bord zit. En ook ik als betrokken toeschouwer kijk met andere ogen naar de stelling van Theo dan mijn gewoonte is. Deze keer komt hij licht in moeilijkheden. Maar Theo houdt de poort gesloten. Gelukkig, want zo kan het sprookje nog even voortduren.