door Theo Berends
Afgelopen zaterdag heeft het reserveteam van damvereniging VBI haar eerste overwinning van het seizoen geboekt. Alweer in Leeuwarden werd er met 10-6 gewonnen van Damcombinatie Fryslân 2. Heel opmerkelijk is dat hun eerste tiental onder de naam Damstra Damteam in de ereklasse speelt.
Even navraag gedaan, maar dit schijnt gewoon te mogen. Misschien idee hun derde team, wat in de eerste klasse speelt de Bokma Boys te noemen? Voor ik aan het wedstrijd begin eerst nog even iets over de zomertoernooien en het wereldkampioenschap, wat een groot succes werd voor Jan Groenendijk.
Zoals ieder jaar begint het damseizoen met de zomerdamtoernooien. Dat was dus deze zomer niet anders. De talrijke damtoernooien werden uitermate goed bezocht. Open Nijmegen, dat jubileerde met haar veertigste editie, kreeg zelfs de status van Worldcup met vijf sterren. Van onze vereniging namen maar liefst dertien (!) dammers deel aan dit toernooi. Bijzonder knap was dat “Mister Nijmegen” Johan Krajenbrink deelnam aan het toernooi. De zomertoernooien gaan vervolgens over in herfst toernooien. Het 55+ toernooi in Lent is zojuist afgelopen, nu volgen nog Amersfoort en de dam-week in Hijken, waar de die-hards nog terecht kunnen.
Eerder dit jaar prolongeerde Jan Groenendijk in Kameroen zijn wereldtitel. De FMJD mag toch wel eens gaan kijken na de selectieprocedure. Na de voorronde plaatste maar liefst negen Nederlanders zich voor de finalepoule met twaalf spelers. Voor het internationale dammen is dat natuurlijk een slechte zaak. Wel positief was het feit dat iedereen via een webcam de partijen live kon volgen. Dat was vroeger wel anders.
Mijn eerste kennismaking met een strijd om de wereldtitel, beleefde ik 1972. Als 17-jarige nodigde Piet Levels mij en mijn twee broers uit, om op de laatste speeldag een kijkje te nemen in Hengelo. Zo waren wij getuigen van Ton Sijbrands eerste wereldtitel. Na de huldiging, waarbij Ton de lauwerkrans kreeg omgehangen, zijn we nog bij de chinees wezen eten. Piet wist als geen ander de mensen op hun waarde te schatten. Een jaar later, in 1973 verdedigde Sijbrands zijn titel in een match met de te vroeg overleden Andris Andreiko. Daar wilde ik koste wat kost een partij van bijwonen. In dezelfde periode speelde ik mee in een jeugdtoernooi welke plaats vond in Lent. De laatste ronde werd op zaterdag gespeeld. Die dag had ik de enige mogelijkheid om live een partij uit de match te aanschouwen. Mijn mazzel was eigenlijk, dat ik zelden op de prijsuitreiking hoefde te wachten. Zodoende kon ik alsnog op tijd met het openbaar vervoer, in mijn uppie, vertrekken naar het congresgebouw in Den Haag. In Den Haag aangekomen nam ik de tram richting speellocatie. In die tijd kende we nog enig fatsoen, om voor een oudere op te staan. Dat deed ik voor een oudere man, die toen de leeftijd moet hebben gehad, welke ik nu zelf heb, maar deze heer voelde zich zwaar beledig en wees mijn aanbod resoluut af.
Eenmaal gearriveerd in het congresgebouw, kreeg ik een geweldige teleurstelling. De partij van die dag was al beëindigd en kon ik rechtsomkeer maken. Gelukkig heeft deze telleurstelling geen invloed gehad voor mijn passie voor het dammen. Jaren later, toen ik deel uit mocht maken van de NST werd er een training georganiseerd in Groningen. Daar werd een toernooi om de wereld titel gespeeld, dat gewonnen zou zouden door Alexey Chizhov. Wat me nog helder voor de geest staat, is dat ik destijds met 2CV (een eendje dus) zeker achttien rijdende auto’s heb ingehaald. In de huidige tijd is alles anders geworden. Tegenwoordig kun je vanuit je luie stoel, op je smart-TV heel veel dampartijen volgen. Er staan dan webcams geplaatst naast de damborden. Je kunt de partijen dan live volgen. Volgens mij moeten sommige dammers daar nog wel aan wennen. Onsportief gedrag wordt ook feilloos vastgelegd. Zo zag ik onsportief gedrag van Alexander Shvartsman in worldcup partij tegen Slump, nadat hij in een gewonnen stelling, op de klok verloor. Topdammers hebben een voorbeeldfunctie en degelijk gedrag doet onze sport geen goed. Hoogste tijd voor de actualiteit.
Het tweede team van damvereniging VBI speelde een ijzersterke wedstrijd. Ditmaal met maar twee invallers. Hoewel dat natuurlijk gewoon basisspelers zouden zijn, wanneer er met tientallen gespeeld zou worden. Deze overwinning kwam op het juiste moment, daar wij niet in dezelfde situatie van het afgelopen jaar willen belanden.

Marcel Janssen speelde een degelijke partij tegen Erwin Heslinga. Heslinga zocht al snel de aanval. Marcel laveerde er wat omheen, zonder echt kansen te krijgen. Na driemaal achterlopen met 14-19 vond de Huissenaar het wel voldoende en schakelde richting de remise. Heslinga toonde weinig ambitie om er nog iets van te maken. Zijn snelheid van spelen was ook opmerkelijk.
De partij van Dirk Joosten tegen Hans Zondervan was ook al geen publiekstrekker. De opening werd min of meer overgeslagen. Waarschijnlijk werd het belang van deze wedstrijd door beide op waarde geschat. Misschien had Dirk op 13e zet 36-31 in de strijd kunnen brengen. Nu verdwenen de damschijven met een rap tempo weer in het opbergdoosje. Maar wel goed dat Dirk niet koste wat kost een mooie partij wil spelen, maar het teambelang voorop stelt!! Wie zei dat ook alweer: “als je niet kunt winnen, zorgt dan dat je in ieder geval niet verliest”.
Geert van Aalten zette de Huissenaren op voorsprong door Bernard Post te verslaan. De opening was al veelbelovend. Vanuit de Keller opening die Geert met zwart speelde, gaf hem in ieder geval enig houvast. Na de ruil op zet negen, diende beide spelers op eigen inzicht verder te spelen. Daarin was Geert uiteraard de betere van de twee. Dat was natuurlijk geen verrassing. Langzaam maar zeker bouwde Geert zijn voordeel verder uit. Met de 31e zet forceert Geert de winst. Sluiten met 31.43-38 was slim verhinderd. En in de partij volgde dus gedwongen 32.32-28 en na het slaan werd schijf 28 van wit, in de rug aangevallen met 24-29-33. Daartegen was geen verdediging meer mogelijk. Geert boekte een dik verdiende overwinning.
Vervolgens deelde Joost Hendriksen de punten met Jan Algra. Beide spelers, wat strategisch goede spelers zijn, hielde elkaar volledig in evenwicht. Uit de bekende 1.32-28 19-23×23 opening leek Jan iets van een licht voordeel te krijgen. Maar dat was gewoon schijn. Joost probeerde het nog wel even met 16-21 en 18-22. Maar Algra hield de boot af, zodat een puntendeling dan ook een logisch gevolg was. Wat voor Dirk gold, geldt natuurlijk ook voor Joost. Teamwedstrijden met achttallen is toch heel wat anders dan met tientallen. Puntje voor puntje sprokkelen om als team te overleven.
Toen was het aan Emiel Leijser om zijn bijdrage te leveren. Hij speelde tegen Jappie de Vries een verdienstelijke partij. Jappie die met twee overwinningen dit seizoen, goed was begonnen, wilde er wel een mooie partij van maken. Hij hield Emiel ruimschoots in bedwang. De Huissenaar kwam niet in zijn kracht te spelen. Emiel kreeg niet het initiatief en speelde behoedzaam. Uiteraard alles binnen re remisegrenzen. Op het einde van de partij, in een vijf om vijf stelling, leek de Huissenaar alsnog kansen te krijgen. Maar dat was net iets te weinig om nog te kunnen winnen.
De volgende speler die een puntje toevoegde aan het totaal was ik zelf. Ik speelde tegen Nick de la Fonteyne, voor mijn doen een goede partij. Geen flankspel aanval maar gewoon klassiek achtig spel. Nick die de witte schijven hanteerde, had netjes randschijfje 35 opgelost. Datzelfde deed ik op zet met 17…16-21. Wit speelde 18.43-38 waar 18.31-27 verhinderd was, door 24-29 met schijfwinst. De Huissenaar kwam wel steeds beter te staan. Op de 44e zet moest wit zich noodgedwongen inlaten op een afwikkeling die mij goede vooruitzichten bood. Middels een offer sloop Nick richting damlijn. Zelfs een tweede schijfoffer was voldoende voor een remise. Achteraf dacht ik de winst gemist te hebben. Gelukkig voor mijn gemoedsrust, toonde computerprogramma Kingsrow aan, dat wit net binnen de remise grenzen bleef.
Op het tweede bord speelde Rob Schrooten tegen Douwe Edelenbos een boeiende partij. Na en rustig begin plaatste Douwe, die met zwart speelde, een voorpost op veld 29. Dit soort standen, welke nu op het bord kwam, komen vaak voor vanuit de Molimard opening. Dan volgt er meestal 39-33, 19-24 en 24-30, en krijg je een aanvalspartij versus omsingeling. Rob pakte het geheel anders aan. Rob hield de centrumformatie zo lang mogelijk is stand met de schijven op 28-32-37. Op de 31e zet kon Rob een afwikkeling nemen met 35-30. Maar nadat de dam onschadelijk is gemaakt, blijft er een acht om acht remisestelling over. Maar ook hier werden de remise grenzen niet overschreden.
Het slotakkoord was voor Jan van Loenen die de taaie Oege Dijkstra te bestrijden kreeg. Het werd weer een hele lange zit. Na een rustige opening namen de spanningen na de dertigste zet wel toe. Jan, met wit ruilde 31-27×27 en voerde de druk op. Hij nam de zwarte schijf op veld 23 op de korrel. Dat resulteerde in een spelbeeld wat drastisch gewijzigd werd. Jan was volledig in zijn element. Hij een vijf om vijf stonden Jans schijven goed voor oppositie winst. Echter in hevige tijdnood begaat Oege pas echt de beslissende fout door 66…19-23? te spelen. Daar waar 18-23 voldoende was geweest voor een ontsnapping. Maar Jan bleef geduldig en liet zich de buit niet meer ontnemen. Een afsluiting van een mooie dam dag.
Al met al een geweldige prestatie van ons team. We hebben als team gespeeld, en dik verdiend gewonnen. Geen enkele partij ging verloren, en dat is de manier hoe je teamwedstrijden moet spelen, om een resultaat te halen. De volgende hindernis is over drie weken. Dan krijgen we bezoek van onze damvrienden CTD uit Arnhem. Ook dat beloofd weer een waar spektakel te worden. Noteer 8 november in je agenda en kom gerust een kijkje nemen in ’t Koelhuis. Als gebruikelijk beginnen we om 12.00 uur.






