Wedstrijdvoorwaarden

1.
Voor zover hierna niet anders is bepaald, zijn de bepalingen van het wedstrijdreglement van de KNDB van toepassing.
2.
Er wordt met digitale klokken gespeeld. Het speeltempo is 60 minuten plus 30 seconden per zet (Fischer-systeem). De klok van de witspeler wordt op het aanvangsuur door de arbiter in werking gesteld.
3.
Er is geen mogelijkheid een beroep te doen op de arbitrageregeling.
4.
Noteren is verplicht.
5.
De paringen worden vastgesteld volgens het Zwitsers systeem. Er worden acht ronden gespeeld. De 1e ronde wordt bepaald door loting.
6.
De eindstand wordt bepaald volgens de regels van het Zwitsers systeem.
a. het hoogste aantal wedstrijdpunten;
b. het hoogste aantal weerstandspunten (de som van de scores van de tegenstanders);
c. het hoogste aantal SB-punten (tweemaal de scores van de spelers waarvan is gewonnen plus eenmaal de scores van de spelers waartegen remise is gespeeld);
d. ex aequo en in het geval er rechten aan zijn verbonden, vindt er loting plaats.
7.
Aan de plaatsing in de eindstand zijn de volgende rechten verbonden: de speler die als eerste eindigt, wordt de titel Pupillenkampioen van Nederland toegekend. De hoogst eindigende, volgend jaar nog speelgerechtigde, speler plaatst zich voor de
finale van volgend jaar. De overige deelnemers plaatsen zich voor de eerstvolgende halve finale, mits zij de leeftijdsgrens niet hebben overschreden. De nummers 1 en 2 plaatsen zich voor het EK jeugd 2007, dat in de eerste week van augustus in Sint Petersburg wordt gehouden. De CT voegt een derde plaats toe. De nummers 1 en 2 gaan op kosten KNDB en de toegevoegde derde persoon wordt in de gelegenheid gesteld om op eigen kosten deel te nemen aan het EK jeugd 2007.
8.
Tijdens de ronden mag door de spelers onderling of met anderen, anders dan de arbiter of de wedstrijdleiding, niet worden gesproken.
9.
De arbiter ziet er op toe dat er in de wedstrijdzaal niet wordt gerookt of te luid gesproken. De wedstrijdtafels staan op tenminste twee meter van het publiek.
10.
De wedstrijdleiding berust bij de coördinator persoonlijke wedstrijden jeugd van de KNDB. De arbiter stelt de uitslag van de partij vast en registreert en rapporteert de uitslag van de wedstrijd aan de wedstrijdleiding. De definitieve uitslag van de wedstrijd wordt vastgesteld door de wedstrijdleiding.
11.
Eventueel voorkomende geschillen worden, na overleg met de betrokken arbiter, beslist door de wedstrijdleiding. Indien het geschil volgens artikel 59 van het spel- en wedstrijdreglement van de KNDB daarvoor in aanmerking komt, kan tegen deze beslissing geprotesteerd worden bij de protestcommissie van de KNDB.