De grootste? De Zwart en Bach

door Leen de Rooij

Wie is de grootste Nederlandse damproblemist? En wie is de grootste muziekcomponist aller tijden? Op dergelijke vragen kan geen eensluidend antwoord worden gegeven.

Als ik ga grasduinen in de probleemdatabase, blijven twee namen mij bij. Zowel bij Arend Stuurman (1919-1996) als bij Aart de Zwart (geb. 1920) kom ik vrijwel uitsluitend schitterende staaltjes problematiek tegen. Zij behoren tot de absolute top!

Bij componisten van muziek kun je twisten over de vraag of Mozart, J.S.Bach of misschien Händel of zelfs Beethoven de grootste was. Ik vind Bach de allerbelangrijkste componist en beschouw de Messiah van Händel als het belangrijkste muziekwerk. Het is het enige muziekstuk dat na de première onafgebroken elk jaar is uitgevoerd.

U krijgt werk te zien van de Bach (de Zwart) en de Händel (Stuurman) van de Nederlandse damproblematiek.

 A.P. de Zwart, Enkhuizer Courant, 1946

dezwart.gif 

Oplossing: 46-41 (30×48) 49-43 (48×45) 50-44 (36×47) 27-21 (17×37) 28×10 (37×50) 23×1 (47×24) 25×3 (5×14) 3×6!

Het indrukwekkende probleem van Aart de Zwart, dat eindigt in het moeilijk bewerkbare 4-dammenmotief, doet mij denken aan het monumentale Toccata en Fuga van J.S.Bach. De Zwart weet het thema te vatten in een zeer acceptabele gescheiden beginstand. Na 27-21 buitelen de schijven fascinerend over elkaar heen; niet in een wilde orgie, maar keurig door de maker geregisseerd. Een voorbeeld van Intelligent Design!

Toccata und Fuge d-moll van Johann Sebastian Bach Toccata und Fuge d-moll van Johann Sebastian Bach (12.20 MB)

Dit wereldberoemde orgelstuk moet in Bachs tijd veel consternatie hebben teweeggebracht. Bach verkende de grenzen van zijn mogelijkheden. De luisteraars werden niet getrakteerd op heerlijke overzichtelijke Barokklanken, maar op bijna revolutionair geweld. Tegenwoordig wordt dergelijke muziek door popmusici als inspiratiebron gebruikt, maar in Bachs tijd ging  het in tegen de bestaande conventies.

Toen ik in mijn Limburgse tijd een damvriend op bezoek had die veel hield van klassieke muziek, zei hij: "Je mag me alles laten horen, maar alsjeblieft geen Bach". Hij had een aversie tegen de cantates en de orgelmuziek van deze componist. "Zware muziek", zei hij, "daar kan ik niet aan wennen." Ik zette een zacht muziekje op uit de Baroktijd. "Wat mooi", zei hij, "wie is de componist?" "Johann Sebastian Bach",  zei ik. "Je moet ook eens luisteren naar zijn prachtige concerten met een BWV-nummer van boven de 1000."

Het is misschien te veel om met Maarten ’t Hart te zeggen: "Geen dag zonder Bach", maar ik heb er wel een wekelijkse traditie van gemaakt om zondags uit de kerk een CD met cantates van Bach op te zetten.